“Manipuleren deed ik veel”
“Ik begon die relatie niet vanuit liefde, maar omdat hij het graag wilde. Mijn leven bestond uit blowen en werken. Ik heb mijn vriend wel gezegd hoe dat zat. Hij kon het niet waarderen, maar ik ging net zolang door tot hij me toestemming gaf om te blowen. Ik respecteerde daarin zijn grenzen totaal niet. Uiteindelijk ging hij het zelfs voor me halen. Ik was gewoon niet onder de indruk van zijn boosheid. Ik gaf hem steevast te weinig ruimte. Ik vond dat ik in mijn recht stond. Ik was zelf ook gekwetst. Mij was in vorige relaties veel ruimte ontnomen. Hij moest eigenlijk niet zeuren, hij wilde deze relatie, hij mocht blij zijn dat hij nu bij mij mocht wonen.
Het hele verhaal ging er eigenlijk over dat ik de controle terugpakte. Dan maakte ik liever zelf alles kapot om mij heen dan dat ik nog een keer een ander iets liet bepalen. Ik zie het meer zo dat je niet echt puur pleger of puur slachtoffer bent. Ik heb vanaf mijn negentiende met iemand samengewoond in Purmerend en dat was met extreem geweld. Zo begon het niet, maar ik kwam in een glijdende schaal terecht. In volgende relaties draaide ik zelf de rollen om. Niet dat ik iemand stelselmatig lichamelijk mishandelde. Maar wel psychisch. Omdat ik toen in een machtspositie was. Vanuit een besef: ‘Ik laat me nooit meer iets voorschrijven door een ander. Het is graag of niet en anders is daar het gat van de deur’.
Het is belangrijk om te weten dat het steeds moeilijker wordt om voor jezelf op te komen zodra iemand over je grenzen heen gaat. Je voelt eerst zelf niet dat die grens er is. Daarna ga je twijfelen aan je eigen beleving. Dan ben je al te ver bij jezelf vandaan. Dat besefte ik toen ik op de zoveelste dag moe thuiskwam van werk. In een huis vol blowende ‘vrienden’. Mijn vriend werkte niet. Opeens voelde ik het: dit is niet mijn thuis, dit is niet wat ik wil. Dit zijn niet de mensen met wie ik mijn leven wil delen. Het begint ermee dat iemand je niet serieus neemt. Op een gegeven moment was ik het zat. Er was al veel aan vooraf gegaan. Met schreeuwen en met andere mensen erbij. Nu deed hij weer heel respectloos en toen wilde hij weglopen. Hij draaide zich om en ‘pats’ er knapte er iets in mij. Ik pakte zijn schouder en ik beet hem toe: ‘Jij gaat nu normaal doen tegen mij vriend’. Voordat ik het besefte, lag ik al op de grond. Dat werd een grote bende. Alle spullen vlogen door de woonkamer. Dat was heel heftig, met veel geschreeuw en drama. Op dat moment was ik een bepaalde grens over. Ik rolde in een situatie waarin geweld normaal werd. Of het nu slaan was of schelden.
Ik werd ook vals. Ik wist: ‘Op kracht win ik niet, maar ik weet wat hij niet fijn vindt’. Als ik op stap ga met bepaalde ‘vrienden’. Of heel veel drinken. Expres heel laat thuiskomen en niks van me laten horen. Maar ja, dat werkt ook allemaal niet. Je beeld van ‘normaal’ verschuift in de loop der jaren. Als jij van de een op de andere dag in mijn situatie zou stappen, zou je zeggen ‘what the fuck is hier aan de hand’, maar ook dit is een glijdende schaal.”
Dit verhaal is onderdeel van de campagne ‘Zit jij ook klem’. Acht gemeenten uit Zaanstreek – Waterland trekken samen op met een publiekscampagne over huiselijk geweld. Ze vragen daarmee aandacht voor alledaagse situaties waarin mensen klem zitten en daardoor steeds minder controle hebben over hun eigen leven. Problemen of spanningen in huiselijke kring komen veel voor in de regio. Inwoners beseffen onvoldoende hoeveel impact dat heeft in gezinnen. Met waargebeurde verhalen laten zij de stem van slachtoffers, plegers en omstanders horen.