Sonja (45 jaar) uit Zaanstreek-Waterland vertelt haar hele verhaal in het kader van de publiekscampagne over huiselijk geweld ‘Ik zit klem’.
“Andere ouders op het schoolplein vertel je dit ook niet zomaar”
“In het begin dacht ik wel: ‘Waarom wil hij niet samen in één bed slapen of knuffelen, maar buiten wel per se hand in hand lopen?’ Hij had ook liever niet dat ik met mijn collega’s afsprak na werk. ‘Die mensen zijn niet goed voor je’, zei hij dan. Alleen zijn eigen collega’s en vrienden vond hij geschikt voor mij. Dat waren dingen, dat vond ik raar. Toch trok ik bij hem in. Het voelde niet zo prettig en er was niet veel ruimte voor mij in zijn huis. Hij zat alleen maar achter de computer. Als ik iets wilde, een kastje anders inrichten bijvoorbeeld, kon het niet. Als hij het wilde, moest het meteen. Hij maakt ook al ons geld op aan leuke dingen. Ik had geen geld voor mezelf. Allemaal dingen die ik niet fijn vond. Dat vrat aan mij. De nieuwe vriendenkring was wel leuk, maar er ging ook druk vanuit. Ik heb één keer wat afstand genomen in onze relatie. Een time-out waarbij ik een paar dagen ergens anders logeerde. Daar reageerde hij heel fysiek op. Met overgeven en helemaal out gaan.
Dus die vrienden zagen een man die helemaal kapot was. Ze hebben flink op mij ingepraat: ‘Kijk wat je hem aandoet. Jullie zijn zo’n leuk stel. Probeer beter met elkaar te praten dan komt het wel weer goed.’ Nee, nou je het zegt, ze vroegen eigenlijk niet hoe het voor mij was.
Ik ben naar hem teruggegaan. Ik wilde ook trouwen, een gezin stichten, geloven dat het kan en er het beste van maken. Dat is je droombeeld. Al snel kwamen ons tweede en derde kind. We kochten een huis in Zaanstad. Daar kende ik niemand.
Ik voelde me een slechte moeder. Ik had niet in de gaten dat ik in een postnatale depressie belandde. Hij bleef zijn eigen ding doen: geld uitgeven en drugs gebruiken. Ik werkte drie dagen in de week. Hij verloor zijn baan. Afspraken over halen en brengen van de kinderen kwam hij niet na. Hij gaf mij de schuld van zijn drugsgebruik: ‘Als jij beter je best doet, hoef ik niet te gebruiken.’ Deze stressvolle tijd duurde jaren. Alles kwam op mij neer en ik was enorm druk met ‘gezellig gezin’ spelen. Voor de kinderen. Voor de buitenwereld. Weet je, hier praat je niet over op het schoolplein. A heb je daar geen tijd voor en B wie begrijpt dit? – Meer mensen dan je denkt, weet ik nu. Maar ja, als je er middenin zit, schaam je je ook. Je zit klem.
Hij verloor zich helemaal aan de drugs. Hele dagen zat hij bij de buren en pas als de kinderen sliepen, kwam hij thuis. Daar had ik echt helemaal niks aan. Ik begon ook te gebruiken. Eens per veertien dagen. Want ik had gemerkt dat ik dan het huis sneller aan kant kreeg. En het was ook wel even fijn om dan bij diezelfde buren een ontspannen moment te hebben. Ik ben er ook snel weer mee gestopt. Op het moment laat zo’n pilletje je goed presteren. Maar daarna ben je heel moe en geprikkeld. Dat wilde ik niet voor mijn kinderen. De doorslag gaf diezelfde buurvrouw. Zij zei terloops: ‘Dat jij dat allemaal pikt. Als ik zo’n man zou hebben die de hele dag weg is om te blowen bij de buren… Ik zou dat niet willen.’ Ik hoorde dat aan. Het is niet echt makkelijk als je een huis hebt gekocht en weinig vrienden hebt. Toch gaven haar woorden me de moed om de telefoon te pakken en dat ene nummer te bellen. Ja bizar hé?”
Dit verhaal is onderdeel van de campagne ‘Zit jij ook klem’. Acht gemeenten uit Zaanstreek – Waterland trekken samen op met een publiekscampagne over huiselijk geweld. Ze vragen daarmee aandacht voor alledaagse situaties waarin mensen klem zitten en daardoor steeds minder controle hebben over hun eigen leven. Problemen of spanningen in huiselijke kring komen veel voor in de regio. Inwoners beseffen onvoldoende hoeveel impact dat heeft in gezinnen. Met waargebeurde verhalen laten zij de stem van slachtoffers, plegers en omstanders horen.