Het RIVM heeft de adviezen voor kinderen met neusverkoudheid aangepast:
Kinderen van 0 tot 4 jaar met neusverkoudheid ZONDER KOORTS mogen naar het kinderdagverblijf, behalve als zij een contact zijn van een patiënt met een bevestigde COVID-19 infectie of als zij een volwassen gezinslid hebben met klachten die passen bij COVID-19.
Ditzelfde geldt ook voor kinderen van 4 tot 6 jaar die in groep 1 of 2 van de basisschool zitten. Ook zij mogen bij neusverkoudheid ZONDER KOORTS naar school.
Jonge kinderen zijn vaak en bij herhaling neusverkouden en worden nu vaak geweerd omdat neusverkoudheid een symptoom van COVID-19 kan zijn.
Bij jonge kinderen wordt een snotneus vaak veroorzaakt door een van de vele verkoudheidsvirussen.
Kinderen vertonen over het algemeen milde klachten bij een COVID-19 infectie en lijken dan ook beperkt bij te dragen aan de overdracht van het virus. Relevant bij dit besluit is ook dat op dit moment de aanwezigheid van COVID-19 in Nederland beperkt is.
Belangrijk blijft dat kindercentra en basisscholen clusters van 3 of meer kinderen in een groep met verdenking op COVID-19 blijven melden aan de GGD.